29.01.2011 | cobra.be | door Liv Laveyne

 

Vader, moeder, ik en wij – Inne Goris

 

Wat zeg je tegen een kind, als de dood van dichtbij toeslaat? Als de vader komt te sterven. De moeder zonder woorden valt. Help mij, help mij uit de nood? Maar valt er iets te rijmen met de dood?

 

Het staat geschilderd op de muur van HETPALEIS:
‘Brood wordt ook niet alleen gebakken voor kinderen of volwassenen.’

 

De slagzin verwijst naar de niet betuttelende manier waarop het Antwerpse jeugdtheaterhuis kunst voor kinderen wil brengen. HETPALEIS is op dat vlak van geen kleintje vervaard en vindt in een theatermaakster als Inne Goris een gewillige medestander. Goris’ theatertaal is immers poëtisch, beeldend, associatief, verstillend, maar wordt door sommigen – soms terecht, vaker onterecht – te donker en te moeilijk genoemd. Een kritiek die ons vooral als een opluchtende vloek in de oren klinkt in een kinderwereld die gedomineerd wordt door happy go kleurige puntmuts commerciële producten.

 

De dood en het meisje

 

Met haar gezelschap Zeven bracht Goris al vele uitdagende kinderproducties (‘De dood en het meisje’), maar ook volwassentheater met kinderen (het aangrijpende ‘Naar Medeia’). Sinds 2009 opereert ze onder de vleugels van het Gentse muziektheater LOD.

 

Voor haar nieuwe voorstelling ‘Vader, Moeder, Ik en Wij’ (5+) inspireerde ze zich op Esther Jansma’s ‘Picknick op de wenteltrap’, een boek voor volwassenen, maar geschreven vanuit het standpunt van een kind, een meisje dat zich bewust wordt van het eigen denken en van de wereld rondom zich. Ook van de dood.

 

De Dood is al geen evident thema om aan te kaarten bij vijfjarigen, maar Goris legt de lat voor de jonge kijker nog een stuk hoger met een niet evidente tekst en vorm: de combinatie van de videoprojecties van Kurt d’Haeseleer en de hedendaags klassieke muziekscore van LOD-huiscomponist Dominique Pauwels.

 

Inkleuren met herinneringen

 

De muziek wordt op scène live uitgevoerd op vleugelpiano en cello. Het meisje (actrice Greet Verstraete) beweegt zich op en langs een witte wand, die de dwarsdoorsnede van een huis vormt: living met kamerplant, de slaapkamer, de keuken met koffers op de vloer. Alles is wit. De Vader is weg. “De eeuwigheid duurt voor altijd,” had hij haar uitgelegd. Dat hij het was die van het tijdelijke naar het eeuwige zou reizen, dat had hij niet gezegd. De tijd is ook voor de nabestaanden blijven stilstaan, zo lijkt het wel. De Moeder is al even afwezig, het meisje is er vooral alleen met haar verdriet.

 

Slechts af en toe duikt de schim van een man op, de geest van de Vader die nog door het huis waart. Het meisje speelt in een wit vacuüm dat ingekleurd wordt met herinneringen. Ook letterlijk: de videoprojecties kleuren de wand in. Beelden die bewegen als stille drijvende wolken, soms voorbijschieten als een jachtige bus. Maar de kleuren trekken telkens weer wit weg. Dat is de realiteit. Eén tel en dan is alles anders. Wie niet weg is, is gezien. Wat dan met degene die wel weg is? Wat ont-houden we?

 

Idealisme vs realiteit

 

“Wie verdriet heeft, moet plannetjes maken,” weet het meisje. Actrice Greet Verstraete moet in haar spel tegelijk een kinderlijke naïviteit bewaren maar zich ook verhouden tot een hoogst hermetische tekst. En dat is geen sinecure. Die spanning – of beter gezegd vooral het gebrek eraan – voel je ook in de zaal. ‘Vader, Moeder, Ik en Wij’ is een introverte, poëtische en associatieve voorstelling in woord en beeld, maar blijft in beide te abstract en te repetitief om (zeker een jong publiek van vijfjarigen) te blijven boeien.

 

Brood wordt inderdaad niet alleen gebakken voor of kinderen of volwassenen. Maar hoe lovenswaardig dit ideaal ook is, soms vraag je je af : Wie bewijs je hiermee een dienst? Een uitdaging kan ook een afknapper worden. Zeker voor een jong publiek dat vaak voor het eerst geconfronteerd wordt met theater, zijn voorstellingen als deze een riskante onderneming.

 

Liv Laveyne

 

> artikel op cobra.be