sneeuw_knack
 
20.02.2015 | focus Knack | door Els Van Steenberghe

 

Inne Goris dompelt ons in Sneeuw onder in een landschap dat betoverend is door de geluiden die het voortbrengt én door de wezens die het verbergt. Dit levert theater op dat bijna beter in een museum zou spelen. En dat is een compliment.
 

Theater in de Sneeuw van Silbersee en LOD

 

Een rijtje dennenbomen staat in het schemerdonker. Voor de bomenrij liggen enkele hoopjes valse sneeuw. Tussen de bomen beweegt een meisje. Ze draagt een witte, zachtjes glinsterende jas die uit sneeuw lijkt gemaakt. Zo begint Sneeuw, muziektheater voor iedereen vanaf 4 jaar in een regie van Inne Goris.
 

In dit scènebeeld dat radicaal sober, stil en mysterieus is, bouwt Goris taferelen die deels geïnspireerd zijn op een Russisch sprookje over het sneeuwmeisje Snegurotchka dat enkel in de ijzige natuur kan overleven. Het meisje (vertolkt door coloratuursopraan Natasha Young) dat zich in Sneeuw tussen de dennenbomen verstopt, zou een sneeuwmeisje zoals Snegurotchka kunnen zijn. Maar het kan evengoed iemand zijn die alleen maar bestaat uit sneeuw of iemand die tot sneeuw verworden is en nu als een ‘sneeuwgeest’ rondspookt… Alles kan en niets is zeker. Zo heeft Inne Goris het graag. ‘Waarom de makkelijke weg kiezen als er ook een moeilijkere maar mooiere weg bestaat?’, lijkt haar levensmotto. Dat blijkt ook uit deze productie. Haar resoluut kiezen voor het verbeelden van de soberte, de stilte en het poëtische van een sneeuwlandschap heeft een mooie én een lastige kant.
 
Het mooie aan de voorstelling is hoe de combinatie van het decor met het kwieke spel én het prachtige gezang van Young – een compositie van Thomas Smetryns die iele klanken minutieus aan elkaar rijgt tot melodieën die even fijn en fragiel zijn als sneeuwvlokjes – je het gevoel geeft in een winters, sprookjesachtig bos te vertoeven. Een koude, dromerige plek waar spookfiguren dolen, meisjes spelen op bevroren vijvers, mensen de liefde vinden (of verliezen), hun verdriet weg wandelen, sterven en misschien zelfs begraven werden. Young huppelt en springt door de sneeuw. Eerst in haar eentje, dan samen met de vos (gitarist Toon Callier). Samen joelen, zingen en tokkelen ze een ‘sneeuwcompositie’ die eenzaam, vredig, vrolijk en melancholisch tegelijkertijd klinkt. Hun muziek klinkt zoals het leven. Bestaat het meisje enkel in de verbeelding van de vos of omgekeerd? Niemand die het weet. Opnieuw: alles kan en niets is zeker bij Goris.
 
Het lastige aan de voorstelling is dat deze creatie óók een beeldende installatie lijkt die uitnodigt tot mee dwalen, mee stoeien, mee rollen en mee verdwijnen in die witte zuiverheid, gedragen door de pure muziek. Sommige kinderen kunnen zich amper bedwingen. Het wekt zelfs de indruk dat Inne Goris (die de afgelopen jaren onder meer indruk maakte metDroomtijd en ZigZag ZigZag) op haar best is wanneer ze een theatrale installatie / voorstelling ontwerpt waar het publiek niet enkel naar kijkt en luistert maar ook deel van uitmaakt.
 
Sneeuw is de zoveelste bevestiging van Inne Goris’ rijke en duistere, in de ziel kervende theatertaal (in dit geval: duister mét speelse, muzikale glinsteringen) die langzamerhand de traditionele black box-opstelling lijkt te ontgroeien. Haar ijskoud maar frivool fonkelend sneeuwlandschap doet verlangen naar kilte én naar warmte. Doet dromen en vrezen. Doet vinnig geluk zien en doods verdriet vermoeden. En portretteert het leven als een zwierige wandeling tussen de in duisternis gehulde, stekelige dennenbomen en de in het licht badende, zachte sneeuw.
 

> artikel op knack.be

 
 

 

 

22.11.2011 | focus Knack | by Els Van Steenberghe

 

Spelerscollectief SKaGeN transformeert Döblins en Fassbinders ‘Berlin Alexanderplatz’ tot potig spelerstoneel dat amuseert én verwart.

 

In 1928 was er het boek van Alfred Döblin, in 1979 de film van Rainer Werner Fassbinder en nu het stuk van SKaGeN. ‘Die menne von die benke hemme fiel zoe fiel frie kenne haandele’, zegt hoofdpersonage Franz Biberkopf, en je voelt meteen hoe actueel de thema’s blijven. Zijn mengelmoes van Duits, Antwaarps en Engels vormt een sappig, weerbarstig, en soms onweerstaanbaar taaltje dat volgens SKaGeN dé voertaal wordt in 2019, wanneer de crisis Europa tot een gistende landenbrij heeft herschapen. Het volk zal dan als schorem door de stinkende straten van met tralies vormgegeven steden dwalen – allen onderdrukt door ‘de Chiniejes’
Klinkt zwartgallig? Dat is de creatie niet. SKaGeN wil vooral een goed en groots verhaal vertellen, diepgeworteld in de 20e eeuw, maar ook vooruitblikkend naar de nabije toekomst. Dat complexe relaas overschaduwt de maatschappijkritische ondertoon en remt de karakterisering van de personages. Ziehier dé handicap van het theater: tijd. Fassbinder eigende zich maar liefst negenhonderd minuten toe om Döblins boek tot een venijnig en grotesk filmportret van de toenmalige crisis te bewerken. Het bekijken van die film is als een trip – met dank aan de sublieme acteerprestaties en Fassbinders kiene lichtregie.

 

SKaGeN klokt af op twee uur. Krap en moedig. Stemmig straatlantaarnlicht, veerkrachtig spel en knipogen naar de hedendaagse crisis kleuren ook hun Berlin Alexanderplatz. Achter, voor, boven en onder het zwarte hekkenwerk dat als decor fungeert, geven de vijf acteurs alles wat ze hebben.

 

Ze brabbelen hun guitig ‘Europees’ en dragen donkere kostuums die een subtiele ratjetoe van motorkledij, pelsen en groteske vodden zijn. Zwalpend tussen café, flat en bos schetsen een charmante Evelien Bosmans, een lepe Valentijn Dhaenens, een geniepige Steve Geerts en een aangrijpende Korneel Hamers (als Biberkopf) een aandoenlijk, rauw en grappig beeld van de toekomst. Tussen ons gezegd en gezwegen: leve Mathijs Scheepers in blauwe panty’s en met nepborsten!

 

Het eindoordeel? Berlin Alexanderplatz is boeiend theater: de vormgeving oogt fantastisch, de vonken vliegen van het spel en taalkundig hebben makers en acteurs een ware krachttoer uitgehaald. Alleen spijtig dat ze zovéél willen vertellen, waardoor de verwarring ook bij de toeschouwers voelbaar is.

 

> lees artikel op knack.be

 

 

 

16.11.2011 | [DE SCÈNE] Knack | Els Van Steenberghe

 

ruimtevaarders – oftewel: beeldend kunstenaars Christophe Engels en Karolien De Schepper – plaatsen de spelers van SKaGeN achter tralies.

 

‘Berlin Alexanderplatz begint op het moment dat Franz Biberkopf uit de gevangenis wordt vrijgelaten. Met de poort waarlangs Biberkopf naar buiten gaat, verbeelden we het lot waaraan hij tracht te ontsnappen. Door stedelijke materialen als ijzeren gekken en verdwaalde straatlantaarns te gebruiken, geldt het decor tegelijk als een pars pro toto én een totum pro parte voor de stad. Een decor is functioneel en niet functioneel, echt en niet echt, aanwezig en afwezig, koor en protagonist. Het volgt het spel en de acteurs, maar stippelt ook koppig een eigen route en verhaal uit. Al die tegenstrijdige elementen als slecht gestapelde borden in de lucht houden, lijkt misschien onmogelijk, maar die oefening maakt wel het grootste deel van ons plezier uit.’

 

BERLIN ALEXANDERPLATZ – SKAGEN reist vanaf 16/11 tot februari door Vlaanderen en Nederland

 
> lees artikel op knack.be

 

 

 

24.07.2011 | focus Knack | by Els Van Steenberghe

 

Droomtijd ( * * * ½ )

 

In afwachting van hun droomvervullingen deden de toeschouwers zich te goed aan de geprogrammeerde voorstellingen. De productie die dichtst bij het thema aanleunde, is misschien wel muziektheater LOD’s Droomtijd ( * * * ½ ).

 

De nieuwste creatie van huisartiest Inne Goris beleefde haar Belgische première tijdens MiramirO en is deze zomer nog op verschillende festivals te bezoeken. De creatie is een opdracht van Rachel Clare, de artistiek directeur van het Britse productiehuis Crying Out Loud. Clare volgt Inne Goris’ werk al vanaf het prille begin en wilde deze eigenzinnige maakster al lang een creatieopdracht geven. Toen ze voor Manchester International Festival het ‘containerproject’ Music Box op poten zette – een plein vol containers waar elke container werk van een kunstenaar laat zien en horen – vroeg Clare aan Goris om ook een container te ‘vullen’. Zo geschiedde.

 

Sinds 2009 is Goris verbonden aan het Gentse muziektheaterhuis LOD. Goris bijt zich vast in verhalen, beelden, gebeurtenissen die haar raken en denkt er net zo lang over tot ze dat basismateriaal kan herleiden tot de (theatrale) essentie.

 

Dat deed ze ook voor Droomtijd, in samenwerking met een van LOD’s huiscomponisten Dominique Pauwels.

 

Aan de buitenkant oogt de container als een typische havencontainer. Van zodra je in de container stapt, waan je je in een andere, dromerige wereld. Met dank aan de hemelsblauwe wanden van het voorhalletje.

 

Die referentie naar de hemel wordt verder uitgewerkt in de ruimte waar de toeschouwers (maximaal vier toeschouwers per keer) de voorstelling – een klank- en lichtspel van een zestal minuten – bijwonen. Dat bijwonen gebeurt in een zacht, wit ‘nest’ – net een wolk – met wanden van transparante stof.

 

Eerst wordt het aardedonker, dan opent een vinnige pianolijn van componist Dominique Pauwels een wervelende muzikale wereld die, samen met het lichtspel, de verbeelding van de toeschouwers prikkelt. Goris did it again. Met een minimum aan middelen een maximum aan emotie genereren bij haar toeschouwers. Elke toeschouwer ervaart de creatie op een andere manier. De jongeman naast ons zat met een gelukzalige glimlach te genieten. Het koppel aan onze andere zijde wisselde ondeugende en dan weer tedere blikken met elkaar. Zelf flaneerden we, aan de hand van de lyrische pianolijnen die afgewisseld werden door een speelse operastem of sensuele beats, van verhaal naar verhaal. Van beeld naar beeld. Het ene moment vertoefden we in een zomers tafereel vol spelende kinderen. Een moment later werden we fel geraakt door een intiem muziekstukje en bevreemdend witte licht. Ineens dachten we aan een operatiezaal. Een plek waar al te veel geliefden streden voor hun leven.

 

De container stond op het festivalterrein van MiramirO. Soms klopten spelende kinderen tegen de wanden. In de plaats van de sfeer hierdoor te breken, werd de ervaring er nog intenser op. Omdat het cocongevoel maximaal werd en je heel even in een hemels, intiem en veilig niemandsland zweefde tussen muziek en licht, pijn en vreugde, tussen mooie dromen en helse nachtmerries.

 

” Droomtijd is een ultrakorte maar erg intense en aan te raden belevenis. Het is theater op zijn best en puurst.”

 

> lees volledig artikel hier

 

 

 

18.11.2009 | Knack | door Els Van Steenberghe

 

Leve de lavabo ( * * * 1/2)

 

Wondere multimediale wereld

 

Van die padvinderij hebben ze meteen het uitgangspunt van hun voorstelling gemaakt. Want de SKaGeN-spelers voelen zich in het jeugdtheater een beetje als Alice in Wonderland… Om het zichzelf helemaal aartsmoeilijk te maken, besloten de makers om er een multimediale voorstelling van te maken.

 

Wat blijkt: de SKaGeN-lui hupsen gezwind door het immense decor, gaan olijk in interactie met de computeranimatie, zigzaggen tussen rozenregens en weten en passant ook nog wat poëzie en pubersvragen te declameren. De toverformule: de verbeelding ten dienste stellen van het spel en de scenografie.

 

Het Wonderland van deze hedendaagse Alice (een kordate vertolking van Clara van den Broek) speelt zich af in een lavabo van de badkamer. Niet eens zo gek gevonden. Waar verstoppen pubermeisjes-in-identiteitscrisis zich het liefst? In de badkamer. Daar praten ze met zichzelf, staren vertwijfeld naar hun spiegelbeeld, overwegen zelfs om hun polsen over te snijden maar sukkelen veelal op de badkamermat in een troostende slaap.

 

Zo vergaat het ook de stuurse Alice. Met dat verschil dat ze al dromend in de lavabo belandt en daar kennismaakt met de guitige Mininatiemannetjes Marco, Miel, Manu, Mario en Marcel. Alice verovert het hart van de ventjes en deze zetten dan ook alles in het werk om haar op te beuren. Ze organiseren zelfs een heuse Big Mr. Perfect show en spelen een parodie op haar ‘nieuw samengestelde’ familie, een hilarisch theater-op-theater-moment. Dankzij hen durft Alice haar roze kruisboog – waarmee ze constant haar spiegelbeeld en iedereen beschiet – langzaam los te laten…

 

Acteurs en decor: a winning team

 

Het gigantische decor verbeeldt een hoekje uit de lavabo. De spelers amuseren zich zichtbaar al klauterend over de manshoge badkamertegels (een indrukwekkend decor van Karolien de Schepper en Christophe Engels), al jonglerend met uit de kluiten gewassen badeendjes en al dollend met de vernuftig geanimeerde beelden van Philip Paquet. Die beelden vinden op de witte lavabotegels de perfecte projectiewand. Hierdoor krijg je als publiek het gevoel in een tekenfilm te vertoeven en lijk je, net als Alice, een gekrompen mensje in een wondere lavabowereld.

 

Het duurt even voor je je zo klein waant. In het begin van de voorstelling is het, zowel voor publiek als voor de spelers ‘acclimatiseren’ aan de tegelomgeving maar gaandeweg spelen de acteurs de pannen van het dak zonder daarbij in een al te uitbundig schmieren terecht te komen. Valentijn Dhaenens, Korneel Hamers, Mathijs Scheepers en Bruno Vanden Broecke tonen zich weer sterke acteurs door sublieme personages op de scène te zetten die aandoenlijk en grappig worden door de manier waarop ze in het leven staan.

 

Frisse ode

 

Deze bewerking van Lewis Carrolls “Alice in Wonderland” is een frisse ode aan het oorspronkelijke verhaal. SKaGeN beschouwt het jeugdtheater duidelijk als een fantasievol wonderland zonder grenzen. Dit resulteert in vermakelijk theater waarbij de animatie verrassend goed in het spel van de acteurs geïntegreerd is en dit spel zelfs voortstuwt. De twijfels van pubermeisjes vormen zo de basis voor groots, opbeurend theater in een lavabo.

 

lees dit artikel op Knack.be