26.11.2011 | KLARA | Katharina Smets

 

Skagen speelt Berlin Alexanderplatz naar het boek van Alfred Döblin. Katharina Smets maakte een reportage voor Babel, op Klara.

 

 

 

 

22.11.2011 | focus Knack | by Els Van Steenberghe

 

Spelerscollectief SKaGeN transformeert Döblins en Fassbinders ‘Berlin Alexanderplatz’ tot potig spelerstoneel dat amuseert én verwart.

 

In 1928 was er het boek van Alfred Döblin, in 1979 de film van Rainer Werner Fassbinder en nu het stuk van SKaGeN. ‘Die menne von die benke hemme fiel zoe fiel frie kenne haandele’, zegt hoofdpersonage Franz Biberkopf, en je voelt meteen hoe actueel de thema’s blijven. Zijn mengelmoes van Duits, Antwaarps en Engels vormt een sappig, weerbarstig, en soms onweerstaanbaar taaltje dat volgens SKaGeN dé voertaal wordt in 2019, wanneer de crisis Europa tot een gistende landenbrij heeft herschapen. Het volk zal dan als schorem door de stinkende straten van met tralies vormgegeven steden dwalen – allen onderdrukt door ‘de Chiniejes’
Klinkt zwartgallig? Dat is de creatie niet. SKaGeN wil vooral een goed en groots verhaal vertellen, diepgeworteld in de 20e eeuw, maar ook vooruitblikkend naar de nabije toekomst. Dat complexe relaas overschaduwt de maatschappijkritische ondertoon en remt de karakterisering van de personages. Ziehier dé handicap van het theater: tijd. Fassbinder eigende zich maar liefst negenhonderd minuten toe om Döblins boek tot een venijnig en grotesk filmportret van de toenmalige crisis te bewerken. Het bekijken van die film is als een trip – met dank aan de sublieme acteerprestaties en Fassbinders kiene lichtregie.

 

SKaGeN klokt af op twee uur. Krap en moedig. Stemmig straatlantaarnlicht, veerkrachtig spel en knipogen naar de hedendaagse crisis kleuren ook hun Berlin Alexanderplatz. Achter, voor, boven en onder het zwarte hekkenwerk dat als decor fungeert, geven de vijf acteurs alles wat ze hebben.

 

Ze brabbelen hun guitig ‘Europees’ en dragen donkere kostuums die een subtiele ratjetoe van motorkledij, pelsen en groteske vodden zijn. Zwalpend tussen café, flat en bos schetsen een charmante Evelien Bosmans, een lepe Valentijn Dhaenens, een geniepige Steve Geerts en een aangrijpende Korneel Hamers (als Biberkopf) een aandoenlijk, rauw en grappig beeld van de toekomst. Tussen ons gezegd en gezwegen: leve Mathijs Scheepers in blauwe panty’s en met nepborsten!

 

Het eindoordeel? Berlin Alexanderplatz is boeiend theater: de vormgeving oogt fantastisch, de vonken vliegen van het spel en taalkundig hebben makers en acteurs een ware krachttoer uitgehaald. Alleen spijtig dat ze zovéél willen vertellen, waardoor de verwarring ook bij de toeschouwers voelbaar is.

 

> read article here on knack.be

 

 

 

21.11.2011 | Cobra.be | Roeland de Trazegnies

 

In de roman ‘Berlin Alexanderplatz’ vertelt Alfred Döblin het verhaal van Franz Biberkopf die zijn leven weer wil opbouwen na een gevangenisstraf. Fassbinder maakte er een meesterlijke filmversie van. SKaGeN probeert nu hetzelfde te doen op een theaterpodium.

 

Skagen laat zijn interpretatie van Alfred Döblins klassieker Berlin Alexanderplatz landen in een nabije toekomst. Het scènebeeld van die toekomst bevat donkere flarden uit de populaire sciencefiction-cultuur: Blade Runner, Dune, Mad Max, … De dag is donker en de nacht is zwart, warmte en licht komen uit koude straatverlichting. De verlaten mens zoekt warmte in metalen geraamten en neppe bontjassen. De essentie van de roman blijft overeind: een lange eenzame worsteling van de picareske held Franz Bibberkopf naar het rechte pad, terwijl de gedegenereerde maatschappij lonkt naar de linker- en rechter zelfkant.

 

Pinokkio

 

De voorstelling van Skagen maakt je wakker in 2018 na een financiële Apocalyps. De economische grootmachten zijn geïmplodeerd en nieuwe supermacht Azië heeft de wereld ingepalmd. De veramerikaanste maatschappij waarin we leven, is niet meer. Alles is verchineest: Chinese kranten, televisieprogramma’s, technologie, levensmiddelen. Op een vreemde manier is die Aziatische alomvattendheid in de maatschappij even bedreigend en confronterend als het opkomende Nazisme en fascisme in de oorspronkelijk roman.

 

Bibberkopf zelf wentelt zich in het nieuwe systeem, zichzelf verantwoordend met een hersenloze dooddoener “er moet orde zijn”. Die maatschappij na de crisis kent alleen de zeer rijke toplaag en een overgrote rest die het met minder dan niets moet doen. Na vier jaar gevangenis voor de moord op zijn vrouw komt Franz weer vrij. Hij zoekt zijn foute vrienden op, wisselt van bedpartner als van Chinees goedkoop bier en raakt steeds verder betrokken in criminele praktijken. En toch vindt Franz in dit somber universum goede en ware liefde en suggesties voor een eerlijk levenspad. Het verhaal van Franz Bibberkopf is als het ware Pinokkio voor grote mensen, waarbij het eenzame houten popje vol goede moed naar school vertrekt maar daar nooit aankomt, omdat de Vos en de Kater andere plannen met hem hebben. Zo loeren er ook voor Franz donkere verlokkingen en fatale zijweggetjes.
Skagen slaagt erin om door het decor, de kostumering en de personage-opbouw een onherbergzaam universum te creëren. De personages die de weg van Bibberkopf kruisen, zijn afwisselend warm en gevaarlijk.

 

André Hazes

 
De krachttoer van de voorstelling is de gewaagde tekstbewerking van Skagen. Voor de vertaling van de oorspronkelijke tekst koos het gezelschap een bevreemdende en tegelijk humoristische taal van de toekomst. Alle personages spreken een soort Vlaams-Europees Esperanto: een amalgaam van Vlaams, Engels, Duits, Limburgs en Frans. Die taal confronteert van bij de eerste openingszinnen van acteur Steve Geerts en heeft genoeg nuance om te blijven boeien. Fijn hierbij is dat er ook veel aandacht en zorg gingen naar intertekstuele geestigheden die de nieuwe taal geloofwaardigheid en gelaagdheid geven: zo citeert een van de personages, duidelijk met Hollandse roots en tongval, een gedicht van lang geleden van een zekere Ramsey Nasr. Het blijkt echter om een tekstflard van André Hazes te gaan. Het is anekdotisch maar tegelijk herkenbaar hoe wij met oude teksten en taal omgaan en citaten verhaspelen en intertekstualiteit geweld aandoen .
Kortom, alles in deze nabije toekomst is gerecycleerd en verhaspeld. Ook de kledij van de personages is een gerecycleerde assemblage van modes en periodes, industriële kniebeschermers zijn nu decoratieve schouderstukken, rubber plastic en vergaan katoen zijn in de mode.

 

De hele cast van deze Berlin Alexanderplatz speelt uitvergroot en theatraal. Maar dat moet zo. Alleen Korneel Hamers, een stabiele en geloofwaardige Franz, en Valentijn Dhaenens , zijn duivelse vriend met engelentrekken Reinhald, behouden zowat de hele voorstelling hetzelfde personage. De andere acteurs: Steve Geerts, Mathijs Scheepers en Evelien Bosmans wisselen van personage als van kostuum en doen dat met verve. Scheepers schittert vooral als Eva, een gerateerde hoerenmadam. Geerts kon mij het meest bekoren als de criminele maar aaibare Muts. Evelien Bosmans wisselt dynamisch tussen de twee vrouwen in het leven van Bibberkopf en ontroert.

 

MC Gyver

 

Het is vooral het decor en de soundtrack die vaart uit de voorstelling halen. Maar laat dat de pret niet drukken. Het multifunctionele decor is nochtans zeer knap geconstrueerd en refereert aan de koudheid en de menselijke eenzaamheid van de nabije toekomst. Het decor zou een makkelijk manipuleerbaar instrument moeten zijn bij scènewissels, maar is dat niet. Bovendien worden die scènewissels ondersteund door een loopmontage van televisieserie Knight Rider uit de jaren 80. Akkoord, deze muziek mag dan eventueel een nabije toekomst suggereren maar doet dat niet. Daardoor komen alle scènewissels voor mij over als een knullige MC Gyver-show (ook alweer een jaren 80 associatie). Bovendien wordt de hele voorstelling onderbroken door een pauze voor een lange scènewissel, waarna blijkt dat die eigenlijk alleen nodig was om de opgehangen dierenvellen weer in te pakken. Een spijtige doorbreking van de concentratie van het publiek en de acteurs. Ook de andere jaren 80 muziekklassiekers horen niet echt thuis in deze voorstelling. Flarden Modern Talking en Falco zijn niet geloofwaardig in deze nabije toekomst.
En toch is deze bewerking van Berlin Alexanderplatz door Skagen de moeite om te zien. Het is een interessante manipulatie van een klassieker die uitnodigt om het origineel (de Fassbinderverfilming en het boek) te gaan lezen. De goede maar tragische Bibberkopf zit in elk van ons, deze voorstelling is dan ook een Elckerlyck voor een nieuw theaterseizoen.

 
> read article on cobra.be

 

 

 

16.11.2011 | [DE SCÈNE] Knack | Els Van Steenberghe

 

ruimtevaarders – oftewel: beeldend kunstenaars Christophe Engels en Karolien De Schepper – plaatsen de spelers van SKaGeN achter tralies.

 

‘Berlin Alexanderplatz begint op het moment dat Franz Biberkopf uit de gevangenis wordt vrijgelaten. Met de poort waarlangs Biberkopf naar buiten gaat, verbeelden we het lot waaraan hij tracht te ontsnappen. Door stedelijke materialen als ijzeren gekken en verdwaalde straatlantaarns te gebruiken, geldt het decor tegelijk als een pars pro toto én een totum pro parte voor de stad. Een decor is functioneel en niet functioneel, echt en niet echt, aanwezig en afwezig, koor en protagonist. Het volgt het spel en de acteurs, maar stippelt ook koppig een eigen route en verhaal uit. Al die tegenstrijdige elementen als slecht gestapelde borden in de lucht houden, lijkt misschien onmogelijk, maar die oefening maakt wel het grootste deel van ons plezier uit.’

 

BERLIN ALEXANDERPLATZ – SKAGEN reist vanaf 16/11 tot februari door Vlaanderen en Nederland

 
> read article on knack.be

 

 

 

09.11.2011 | ruimtevaarders over Berlin Alexanderplatz

 

Naar aanleiding van een artikel over SKaGeN’s toneelbewerking van Berlin Alexanderplatz stelde journaliste Els Van Steenbergen ook enkele vragen aan ruimtevaarders over hun aanpak, hun visie op ontwerpen en een mogelijk scènebeeld als dramaturgie voor Biberkopf’s leefwereld. Een ingekorte versie van dit interview verscheen in Knack Focus (16/11/2011).

 

Hoe ontstaat zo een ontwerp? Zitten jullie bij de eerste lezing, de repetities of net niet?

SKaGeN hecht veel belang aan vorm. Voor hen als makers is het decor zelfs de basis waaruit tijdens het creatieproces het stuk ontstaat. SKaGeN vraagt om een decor als startpunt, als referentie om zich als acteurs tot de ruimte, tot elkaar en het stuk te verhouden. Ook voor Berlin Alexanderplatz is er vooraf niet meer afgesproken dan dat wij starten met het ontwerpen van het decor en dat het collectief aan de slag gaat met het concrete decor waar ze kunnen intrekken en het stuk in laten ontstaan. Voor ons betekende dit starten met het boek van Döblin, de reeks van Fassbinder en een wit blad. Het decor dat we hen hebben gegeven is een pars pro toto én een totum pro parte voor hoe een stad verbeeld kan worden op scène.

 
Wat is er zo fijn én moeilijk aan theaterdecors ontwerpen?

Een decor ontwerpen is een balanceeroefening. Het fijne en het moeilijke komen samen door het zoeken naar de balans tussen verschillende objecten of elementen van allerlei verschillende maten en gewichten: enerzijds is er het dwingende reële aspect dat het allemaal mogelijk en bouwbaar moet zijn, anderzijds spelen we met het irreele van het verhaal, waar context en dramaturgie zich op een subtiele manier moeten kunnen huisvesten in het ontwerp dat eenmaal op scène een concreet object of element binnen het geheel van het theaterstuk wordt. En dan nog is de balans niet klaar: het moet ook ruimte en mogelijkheden bieden aan spel en acteurs, het moet dus ergens ook een stap naar achter kunnen zetten en een platform zijn dat als katalysator inwerkt op het geheel. In het beste geval communiceert het decor op een manier dat de ervaring en rijkdom van een stuk meerdere lagen krijgt. Een decor is functioneel en niet functioneel, echt en niet echt, aanwezig en maar ook afwezig, koor en protagonist, het volgt het spel en de acteurs maar is tegelijkertijd ook koppig een eigen route en verhaal aan het uitstippelen. Al die tegenstrijdige elementen als slecht gestapelde borden toch in de lucht houden, is misschien een onmogelijk balanceren maar de oefening is wel het grootste deel van de lol.
 

Waarom is jullie ontwerp volgens jullie dé ideale ruimte voor ‘Berlin Alexanderplatz’?

Natuurlijk bestaat er niet zoiets als één of een ideale manier om Berlin Alexanderplatz te ensceneren. Ik denk dat we zo meteen opnieuw zouden kunnen beginnen aan een volgend decor voor Berlin Alexanderplatz.
 

Maar gesteld dat dit decor de uitkomst is van een matrix waar we de concrete condities en potentiële vrijheden hebben ingevoerd, is dit wel het meest ultieme antwoord dat we op dit moment kunnen geven.
 

Eén blik die ons bij het ontwerpen als leidraad meenamen is de mogelijke analogie tussen Berlin Alexanderplatz en een tragedie. Het verhaal start met Franz Biberkopf die uit de gevangenis wordt vrijgelaten. Die met schrik door de poort van de gevangenis naar buiten gaat en overdonderd word door de stedelijke buitenwereld. Zich vervolgens voorneemt om vanaf nu beter te doen zodat hij niet meer in de criminaliteit of in de gevangenis zal terechtkomen. We volgen hem dus in een homerische omzwerving doorheen de stad. Maar zoals bij een tragedie weet het publiek wat zijn lot zal zijn. Analoog met Oedipus zal Biberkopf niet aan zijn lot kunnen ontsnappen. Maar voor ons, het publiek, ligt de catharsis net in het feit dat wij al lang weten hoe het zal aflopen. Juist daardoor krijgen we een spiegel voorgehouden.
 

Deze blik vormde voor ons een belangrijk dramaturgisch element in onze scenografie. Wij tonen de gevangenispoort waar Biberkopf naar buiten gaat, zijn lot waar hij probeert aan te ontsnappen. Terwijl het spel en verhaal zich ontwikkelen ga je mee in de hoop en moed van Biberkopf. Het decor evolueert mee en functioneert nu eens als bar, kamer, dan als straat, etc.. Maar het beginbeeld, het decor in zijn oergedaante, is nooit weg. Ondanks de vele metamorfoses blijft de gevangenispoort altijd aanwezig als het zwaard van Damocles een muterende stille getuige en voorspeller van het lot.
 
Een ander aspect is de blik op de stad waarin Franz biberkopf wordt vrijgelaten. Dit is niet de stad van op reisbrochures, of van skylines en schitterende billboards en lichtjes. Dit is een duistere, overwoekerende stad, vervormende stad. Franz Biberkopf heeft geen overzicht over zijn situatie maar evenmin over de stad waar hij zich in bevindt. Franz zit opgesloten in de stad zoals in een doolhof. Deze stad is een niet een uitzicht vanuit een penthouse maar een kleine steeg. Zijn blik is fragmentarisch. Onze evocatie van een stad is dat ook. We gebruiken stedelijke materialen zoals ijzeren hekken, een verdwaalde straatlantaarn.
 
 

> Lees Hier artikel [DESCÈNE] (KNACK 16.11.2011)

 

 

 

02.12.2011 | Gazet van Antwerpen | Ilse Dewever

 

 

 

28.11.2011 |Volkskrant | Vincent Kouters

 

Een half komisch, half tragisch postapocalyptisch epos.

 

Berlin Alexanderplatz van Alfred Döblin door SKaGeN. Verkadefabriek, Den Bosch. 23/11. Tournee door Nederland en Vlaanderen t/m 4 februari. skagen.be

 

Het Vlaamse theatercollectief Skagen maakt sciencefiction van Berlin Alexanderplatz. De klassieke roman van Alfred Döblin en de latere verfilming ervan door Fassbinder – over eeuwige loser Franz Biberkopf die op het rechte pad probeert te blijven in een verrotte maatschappij – inspireerden de vijf acteurs tot een half komisch, half tragisch, postapocalyptisch epos.

 

De toekomst bestaat bij Skagen uit donkere, metalen constructies, waarin mensen wonen, primitieve kleding van bont en dierenvellen, haperende telefoons en lichtkranten en een hoop jarentachtigmuziek. Te horen zijn: Falco, Depeche Mode en de theme song van Knight Rider.

 

In deze onheilspellende setting hebben bendes en moordenaars vrij spel. De mannen zitten bier te drinken aan een houten tafel. Alle vrouwen zijn prostituees.

 

Er is een verteller. Die onthult dat we naar de nabije toekomst zitten te kijken. Het Westerse, economische stelsel is als een kaartenhuis in elkaar gedonderd en een Chinese dictator zwaait nu de scepter. Dat verklaart gelijk de Chinese tekens op de lichtkrant, op de plastic tasjes waar iedereen mee zeult en op het bier. Het verklaart eveneens de kroepoek die Franz Biberkopf (Korneel Hamers) op straat probeert te verkopen.

 

Dit is het onderbetaalde staatsbaantje waarmee de held van het verhaal zijn entree maakt. Franz is net vrijgelaten uit de gevangenis, waar hij vier jaar uitzat voor een moord. Hij omringt zich, onhandig genoeg, met allerlei criminele elementen, die hem op het verkeerde pad brengen. Het is Mr. Pums – een vetzuchtige bendeleider, die rondrijdt in een gehandicaptenkarretje – die hem in zijn macht krijgt. Omdat Franz steeds met de allerbeste bedoelingen de verkeerde keuzes maakt, verliest hij uiteindelijk een arm en zijn nieuwe vriendinnetje.

 

Kortom, ook buiten de gevangenis kan de welwillende Franz niet van zijn vrijheid genieten. De stalen kooiconstructies waaruit het decor is opgebouwd, onderstrepen dit nog eens: niemand is werkelijk vrij.

 

Hoe indrukwekkend deze constructie ook is, hij vertraagt de voorstelling. Tussen de scènes vinden nodeloos grote verbouwingen plaats, waarbij alles verschuift en opnieuw wordt behangen. Anderzijds houden de Vlamingen de vaart er wel in tijdens het spelen. Ze schermen in deze persiflage op Berlin Alexanderplatz met cartoonesk toneelspel, soms op het randje van slapstick, en dikke accenten.

 

Want het toekomsttaaltje dat ze spreken, is een verhaal apart. Twee uur lang bezigen ze een mengsel van Engels, Duits, al dan niet plat Vlaams en Nederlands. Het is een bijzonder kunstige en knap uitgevoerde verhaspeling van het origineel, vol humor en vondsten. Vooral deze eigenaardige taal maakt het toekomsttheater van de Skagenaren sensationeel.

 

> read article on volkskrant.nl